vrijdag 1 juli 2011

NACHTWAKE


Zijn schenen strammen haar,
hitte bolt op tussen de kieren van haar vel,
Innig plakt zijn adem in haar nek,
wordt uitgeblazen, ingezogen, stinkend,
streelt de dronken geworden herder zijn kudde.

Schapen met hun ijzeren ogen
kijken het wit uit de nacht.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen.
Hun wol jeukt haar huid rood,

Op eens maagdelijke staarten
klit uitgehard stront,
prikkend gras, zongedroogd
van tong tot strot slikt zij,
ligt stil, wekt niks, plast
bijtende urine
in de holtes van haar knie.
De hel weet geen uitweg anders dan via
haar lichaam, dubbelgevouwen
naar zijn bochten lest zij de dorstige grond.


Ⓒ 01-07-2011 Marloes Loermans alias Kraaiendehaan

2 opmerkingen: